07 december 2014

Gone with the Wind (het boek)

Onlangs heb ik het boek "Gone with the Wind" gelezen. Ongeveer 1000 bladzijden, maar dan heb je ook wat. We kennen natuurlijk allemaal de - waarschijnlijk - beroemdste film aller tijden met die naam, waarover hier nog een Blog post te verwachten is, maar ik kan nu vast zeggen dat als je echt in detail wilt weten hoe de hoofdpersonen over hun gevoelens en de gebeurtenissen denken, en hoe ze precies in elkaar zitten, je het boek beslist moet lezen.

Dit boek is het enige boek van Margaret Mitchell, die weliswaar journalistieke ervaring had, maar uiteindelijk in één keer een bestseller van hoog gehalte kon schrijven, zelfs nog bekroond met de Pulitzer Prize.

Om een bekend vooroordeel eerst maar te weerleggen: het is geen vrouwenroman en zeker geen keukenmeidenroman. Het is een goed in elkaar zittend epos over Scarlett O'Hara, voor tijdens en na de Amerikaanse burgeroorlog.

Het boek is erg goed geschreven en bevat daarnaast ook veel informatie over de Amerikaanse burgeroorlog, wat die bij de bevolking teweegbrengt en hoe de naweeën ervan gevoeld werden. Scarlett is aan het begin van het boek een verwend meisje uit een rijke familie. Ze woont op een plantage waar 100 slaven werken en ze doet weinig anders dan bals en andere feesten bezoeken, om zich te laten bewonderen. Aan het einde zit ze met drie mislukte huwelijken.

Tijdens de burgeroorlog leeft zij redelijk beschermd bij haar tante in Atlanta. Aan het einde van de oorlog vlucht ze naar haar voormalig ouderlijk huis en moet ze zich zien te handhaven. Ze leert voor het eerst armoede kennen.

Ze ontmoet al in het begin van het boek, en daarna door het hele boek heen, de opportunist Rhett Butler, waar ze een hekel aan heeft (of toch niet?), maar die wel altijd over een grote hoeveelheid geld beschikt en die haar perfect door heeft. Ik ga hier geen verdere details over het verhaal geven. U moet het zelf lezen. Het is niet voor niets het meest verkochte boek in Amerika.

De sfeertekening en de beschrijving van haar gedachten in de verschillende fasen waarin de hoofdpersoon terecht komt is perfect. Het boek zit qua dosering zo goed in elkaar, dat het moeilijk te bevatten is dat dit een debuutroman was. Tijdens de laatste vijf hoofdstukken is het zelfs absoluut onmogelijk om het boek weg te leggen.

We realiseren ons al vrij snel in het boek dat Scarlett een egoïstisch en verwend nest is en dat zij zich vrijwel uitsluitend voor geld interesseert. Zij weet dan ook haar drie huwelijken te laten mislukken, voor zover ze vooraf eigenlijk al niet wist dat ze die beter niet had kunnen sluiten. Maar geld is geld.

Verdere details ga ik niet geven. Er stort zich veel over haar heen en zelfs op de laatste bladzijde lijkt ze nog weinig van het leven begrepen te hebben.
Dit is het enige boek dat ik ooit gelezen heb waarin de hoofdpersoon onuitstaanbaar is en alleen haar eigen wensen en belangen ziet. Een ongebruikelijke keuze voor een hoofdpersoon van een epos dat 12 jaren beslaat!

Voor degenen die het einde onbevredigend vinden nog de opmerking dat de schrijfster het einde het eerst geschreven heeft en vervolgens de rest opgezet heeft om te laten zien hoe alles zo gekomen is. Een vervolg is voor Mitchell dan ook absoluut nooit aan de orde geweest. Zoals het afloopt moest het aflopen. Het is geen open einde waarna weer van alles kan gebeuren, nee Scarlett heeft alles zelf in de hand gehad, maar alle keuzes zo gemaakt als ze gedaan heeft, en zit dan met de gevolgen.

Lezen dat boek! Nadat ik het gelezen had ben ik de film gaan bekijken. Zie voor mijn indrukken daarvan een apart stuk in dit blog (in voorbereiding).

Smartphoneverslaving

Ik erger mij groen en geel aan het gebruik (of eigenlijk misbruik) van smartphones in restaurants en andere plaatsen waar je heen gaat om in elkaars gezelschap te zijn.

Op mijn recente vakantie in Thailand gingen we met een aantal familieleden van mijn vrouw uit eten. Hoewel mijn vrouw en ik ook graag regelmatig op onze telefoon kijken, doen we dat niet in restaurants. Je bent toch samen uit? Sommige familieleden van mijn vrouw denken daar helaas anders over, bleek op het eerder genoemde etentje.

We zaten met 8 personen aan tafel, en vier daarvan hebben geen moment aan de gezamenlijkheid deelgenomen en hebben de hele tijd met hun telefoon zitten spelen. En tijdens het eten ging dat gewoon door, en werd er af en toe met een hand wat voedsel genomen. Ik (en gelukkig ook mijn vrouw) heb mij (hebben ons) daaraan gruwelijk zitten ergeren. Los van het feit dat wij toch niet elke dag in Thailand zijn (en mijn schoonzusters hun zus dus niet vaak kunnen zien), is het gewoon irritant. Waarom zou je uit eten gaan met je familie als je tijdens het eten uitsluitend aandacht voor je telefoon hebt?

In Thailand is het chat-programma "Line" erg populair. Dat is net zoiets als "Whatsapp", maar dan wel een stuk opdringeriger. Elke keer als er een (flauwekul)bericht binnen komt verschijnt er een bijna schermvullende pop-up met een irritante ringtoon prominent in beeld. Je kunt zo'n Line bericht dus moeilijk missen. En bij mijn schoonzusters hoor je het binnenkomen van de vele berichten (kennelijk van levensbelang) elke 10 seconden of zo. Mijn vrouw heeft een uitgebreide familie. En bij zo'n opdringerige presentatie als bij Line moet je dan kennelijk onmiddellijk kijken en reageren.

Zelf heb ik dat Line ook een korte tijd op mijn telefoon gehad, maar dat was binnen twee weken over, nadat ik spamberichten begon te krijgen die een andere Line-gebruiker als afzender hadden. De beveiliging van je gegevens op de Line servers laat kennelijk nogal te wensen over of de persoonsgegevens worden aan spammers verkocht. Weg ermee dus, wat mij betreft.

Twee jongere familieleden waren niet alleen in Line verdiept, maar waren tegelijkertijd spelletjes, kennelijk verslavende spelletjes, aan het doen. Gezellig uitje! Het wonderlijke is dat de betrokkenen hun verslaving blijkbaar niet willen kennen of hem verdringen, want als je er een vriendelijke opmerking over maakt zeggen ze dat ze er nauwelijks naar kijken. Voer voor psychologen.

Ik had na deze ervaring alle begrip voor de policy van een gezellig café in Nederland, waar bordjes hangen met de tekst "Wij hebben geen WiFi. Praat eens met uw tafelgenoten"!

02 november 2014

Thailand anno 2014

Ik ben kort geleden teruggekeerd van een bezoek aan Thailand. Mijn vrouw komt daar vandaan en we gaan er dus met een zekere regelmaat heen.
De afgelopen maanden was het toerisme naar Thailand nogal teruggelopen, las ik in de - vooral Thaise - pers. De oorzaak zou de recente militaire staatsgreep zijn.

Ik was dus benieuwd wat je nu precies zou merken van die staatsgreep. Het antwoord kan kort zijn: helemaal niets. Ik ben er vier weken geweest en heb in die vier weken geen enkele militair en al helemaal geen militaire voertuig of ander militair materieel gezien. U kunt er dus met een gerust hart heen gaan. U wordt er gegarandeerd niet met geladen mitrailleurs ontvangen.

Wat me weer vooral opviel was de grote mate van service die je overal ondervindt. Wanneer ik in Nederland een kopje koffie bestel, krijg ik doorgaans een bakje dat - zo te proeven - al urenlang op een klant stond te wachten. Je krijgt bovendien een zuur gezicht als je er geen gebak bij bestelt, en een nog zuurder gezicht wanneer je geen fooi geeft. Nu vind ik 3 Euro (of daaromtrent) een schandelijke prijs voor een kopje koffie dat al uren staat en dat vaak nog met een voetbad en een hebberig gezicht wordt opgediend dus ik geef nooit een fooi wanneer ik koffie bestel. Het bedienend personeel doet niets meer voor mij dan het moet doen voor de hoofdprijs van 3 Euro. Eigenlijk meestal minder.

Wanneer ik in Thailand een kopje koffie bestel krijg ik een glimlach van het personeelslid dat de bestelling opneemt, geen gezeur over gebak, als ik daar zelf niet om vraag, en wordt mijn vers bereide kopje koffie vriendelijk ogediend, wordt de suiker en melk niet in zakjes ernaast gesmeten (die "poedermelk" moest verboden worden), maar wordt er een keurig suikerpotje en melkkannetje neergezet. Tenzij ik een "latte" of een andere koffievariant bestel. Dan wordt er een topping van melk met daarop een prachtig patroon van cacao op aangebracht en krijg ik er geen suiker, maar - zoals het hoort - suikersiroop bij. Voor dat kope koffie komt degene die het gebracht heeft nog eens vragen of het allemaal naar mij zin is. Over de prijs zullen we het maar helemaal niet hebben. Voor dat kopje keurig opgediende kopje koffie of latte betaal ik nauwelijks zoveel als de hebberige ober hier als fooi wil hebben. Nee, voor service, ook voor de eenvoudigste zaken, moet je toch echt in Thailand zijn.

Ook frappant vond ik (weer) het verschil tussen Schiphol in Amsterdam en Suvarnabhumi Airport in Bangkok. Toen we in Bangkok aankwamen kwam onze bagage als eerste op de band, omdat we een "priority" label aan onze koffers hadden. Het is daar vanzelfsprekend om daar rekening mee te houden. Bij terugkomst op Schiphol hadden we ook een "priority" label, maar werd daar totaal geen waarde aan gehecht. Onze bagage kwam zo ongeveer als laatste op de band, nadat degenen die zo goedkoop mogelijk willen reizen, hun eigendommen er al vanaf gesleurd hadden, waarbij ik nog regelmatig een duw kreeg. Ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken. Maar de instructie aan het personeel, dat "priority" "voorrang" betekent ontbreekt in ons hebberige landje.

En dan het hotel, waar ik minder voor betaal dan hier voor een drie sterren hotel. Als ik hier in Nederland bij een hotel aankom mag ik blij zijn als ze mijn kamer netjes aanwijzen, en meer zeggen dan "vierde veredieping". In Bangkok is mijn bagage al uit de taxi gehaald voordat ik zelf ben uitgestapt, word ik vriendelijk toegesproken bij ontvangst en wordt me gevraagd of ik misschien eerst iets wil drinken voordat ik incheck. Wanneer ik dan na een relaxte procedure ben ingecheckt, en - zoals het hoort - persoonlijk door iemand naar mijn kamer gebracht ben, komt de bagage vijf minuten later zonder dat iemand zijn hand ophoudt. Je moet nog achter hem aanrennen als je toch een fooi wilt geven.

En iedere keer als ik vertrek of weer binnen kom word ik vriendelijk gegroet. Wat heeft de horeca hier toch nog verschrikkelijk veel te leren. Als ik dan ga uitchecken wordt ik niet als een dief behandeld en wordt er niet opzichtig gecontroleerd of ik niets uit de minibar of van de inrichting gestolen heb, maar wordt er vriendelijk gevraag wanneer ik hun weer langs zal komen en wordt me gevraagd vooral te bellen of te mailen wanneer ik iets vergeten ben. Het hotel zal er in dat onverhoopte geval graag voor zorgen database netjes thuisbezorgd wordt.

Misschien zal ik nog eens een posting wijden aan het natuurlijke gevoel voor service dat je in Thailand ondervindt. Het is de moeite waard.

16 augustus 2014

Proefslapen op matras of hoofdkussen

Let op wanneer u een nieuwe matras of een nieuw hoofdkussen koopt!  Veel bedrijven bieden de "service" van proefslapen aan. Je koopt een matras of hoofdkussen en mag het eerst twee weken gebruiken. Als het bevalt betaal je het, en als het niet bevalt komen ze het gewoon weer gratis bij je ophalen en hoef je niets te betalen. De Consumentenbond is zeer blij met dit hygiënische initiatief. Er doen dan ook veel fabrikanten aan mee, ook de duurste onder de duren: Tempur.

Even terzijde: bij Tempur betaal je voor een hoofdkussen zo'n EUR 120 en voor een matras zo'n EUR 1000. Belachelijke prijzen. Vroeger bezat Tempur allerlei octrooien en was dat een zekere rechtvaardiging voor hoge prijzen, maar nu zijn die (basis)octrooien al lang en breed verlopen (de looptijd van een octrooi is 20 jaar) en nu probeert dit merk zijn prijzen hoog te houden door zijn bekendheid en uitgebreide advertentiecampagnes. Ze suggereren dat er maar één de 'echte' en de beste is. Nou, geloof het maar niet. Je kunt de specificaties van de verschillende navolgers bekijken en dan zie je dat Tempur inmiddels een van velen is. Ik kom straks nog op deze pionier terug.

Nu weer verder met het proefslapen. Er is een fabrikant van matrassen en hoofdkussens die op zijn website stelt dat 75% van de mensen die in een winkel een matras uitzoeken daar later spijt van krijgen. Gelukkig zal je dat bij hem niet overkomen. Bij hem mag je immers twee weken proefslapen, zonder kosten en zonder verplichtingen. En toevallig heeft juist deze fabrikant een interessante tijdelijke aanbieding met een flinke korting.

Ik ben van plan weer eens een nieuw hoofdkussen aan te schaffen, en ik weet precies wat voor kussen ik wil. Ik hoef dus niet proef te slapen. Maar naar wie moet ik nu om dat kussen te kopen? De fabrikant van mijn eerste keuze biedt proefslapen aan. En als ik bij hem dus een kussen bestel heb ik 75% kans dat ik een kussen krijg waar een ander of enkele anderen al uitgebreid op heeft of hebben proef geslapen. Lekker fris. Want denkt u nou niet dat die 75% van de spullen die terugkomen weggegooid worden.

Natuurlijk wordt er om die gebruikte producten, die aan een proefslaap zijn onderworpen, een nieuw hoesje gedaan en worden ze weer als nieuw verkocht (of als het aantal rondes proefslapen te groot is als interessante aanbieding aangeboden). Dus de koper van een nieuwe matras krijgt een exemplaar waar minstens één proefslaper zijn vriendin of zijn vrouw al een aantal flinke beurten gegeven heeft. De koper van een nieuw hoofdkussen moet het doen met een exemplaar waar de proefslaper met hoofdluis toch niet echt aan kon wennen. Of, om een aantal andere mogelijkheden te noemen, een matras die de kindertjes al twee weken lang als trampoline gebruikt hebben. Met dank aan de Consumentenbond.

Natuurlijk kunt u zeggen dat die gebruikte slaapproducten vernietigd worden. Ziet u het gebeuren? Er worden 100 matrassen gemaakt, waarvan er in de eerst ronde 75 terug komen. Gaat de fabrikant vervolgens 75% van zijn omzet vernietigen zonder er iets aan verdiend te hebben, maar waarvoor hij wel minstens tweemaal bezorgkosten gemaakt heeft? Natuurlijk niet! Nieuw hoesje en nog eens proberen.

Die slaapbusiness is dus een uiterst onfrisse aangelegenheid geworden. Je weet niet wie er allemaal al op je matras of hoofdkussen geslapen (en wat nog meer) hebben als je hem als nieuw koopt.

Het schijnt dat er ook uitzonderingen op deze regel zijn. Er zijn fabrikanten die je een lijstje geven van hotels waaraan ze leveren. Dan kan je daar gaan proefslapen en bij hun een echt nieuw exemplaar bestellen. Dat is natuurlijk wel een redelijk voorstel. Nu moet ik nog een fabrikant vinden die tot die minderheid behoort. Want het proefslapen is een rage geworden.

Ik zou nog terugkomen op Tempur. Welnu. Bij een oriëntatieronde langs diverse slaapparadijzen ben ik twee winkels tegengekomen die geen zaken meer willen doen met Tempur en hun bestaande voorraad met zeer hoge kortingen hebben verkocht. En waarom? Allebei zeiden ze dat ze verplicht waren om proefslapen aan te bieden, maar daar geen zin hadden! In eerste instantie heb ik daar nog geen keuze kunnen maken, maar deze beide zaken maken een zeer goede kans mij als klant voor mijn nieuwe hoofdkussen terug te zien.

Proefslapen? Bah! Het moest verboden worden en juist een organisatie als de Consumentenbond zou daarop moeten aandringen. Maar ze doen het tegenovergestelde. Ze raden je aan om een gebruikte matras of een gebruikt hoofdkussen te kopen En dan voor de nieuwprijs. Leve de belangenbehartiging van de consument!

Tenslotte: iedereen kan (en diverse fabrikanten zullen misschien) zeggen dat al het afgekeurde proefslaap-materiaal vernietigd wordt, maar dat geloof ik pas wanneer ik de vernietiging van een paar flinke partijen matrassen en hoofdkussens heb mogen bijwonen,of ze video's van dergelijke massale vernietigingen publiceren.

07 mei 2014

Colporteurs

Ik ben het langzamerhand spuugzat. Colporteurs aan de deur. En meestal voor "het goede doel". Vaak voor volstrekt onbekende goede doelen, die waarschijnlijk niet eens bestaan, maar tegenwoordig ook voor de bekende landelijke goede doelen.

Natuurlijk mag ieder goed doel zijn eigen methoden kiezen om nieuwe begunstigers te werven, maar mijn probleem met colporteurs is, dat ze niet voor het goede doel werken,maar voor hun commissie. Per aangebrachte donateur krijgen ze een premie en daar doen ze veel voor.

Gisteren kwam er een jongeman met een gladde babbel langs voor UNICEF. Ik heb UNICEF altijd als een serieuze organisatie beschouwd, maar deze jongeman heeft daar verandering in gebracht. Hij had formulieren bij zich waarop je je op kon geven als vaste donateur, maar hij vertelde dat er nu een speciale actie liep, waarbij je ook voor één of een paar manden kon bijdragen.

Je werd opgebeld, zei hij, en dan kon je zeggen voor hoeveel maanden je wil bijdragen. LEUGENS! In de colportagewet staat een bedenktermijn, waarin je van de acties van een colporteur af kunt, maar die is niet bedoeld om je steun in de tijd te beperken. Als je dat doet krijgt hij nog steeds zijn commissie, waarschijnlijk zelfs het hele bedrag voor je in de tijd beperkte steun. En daar steun je een goed doel niet mee, maar die landlopers die langs de deuren gaan voor het goede doel dat het meest betaalt.

De goede doelen moeten maar eens leren begrijpen waar ze mee bezig zijn. Ik heb een mail geschreven naar UNICEF, met de volgende inhoud:

Geachte dames, heren



Vanmiddag kwam er een colporteur bij mij aan de deur namens uw organisatie. Zoals iedere colporteur vertelde hij voornamelijk halve waarheden en enkele controleerbare onjuistheden.
Het staat u vanzelfsprekend vrij de wervingsmethoden van uw keuze te gebruiken voor uw organisatie. U kiest daarbij blijkbaar onder meer voor de inzet van betaalde colporteurs. In mijn beleving is dit een methode die thuishoort in de jaren '30 van de vorige eeuw.
Ik wil u erop wijzen dat de inzet van betaalde colporteurs, die in hun eigen belang halve waarheden en hele leugens vertellen, uw organisatie in een negatief daglicht plaatst.
Unicef staat bij mij nu voorlopig op de zwarte lijst. Ik voel er niets voor om een donatie gedeeltelijk naar colporteurs te zien gaan.

Vriendelijke groet,

Of ze er wat van leren? ik betwijfel het. Maar ik blijf serieuze organisaties nog een paar keer op deze manier waarschuwen voor de praktijken van de oplichters die ze tegen betaling op ons af sturen.

01 april 2014

Dieptepunt van #penw

Gisteren, 31 maart 2014, bereikte het toch al vreselijk eenzijdige  programma Pauw en Witteman een absoluut dieptepunt. In de eerste plaats presteerden de 'heren' het om de weduwe van een door overvallers doodgeschoten juwelier te confronteren met een beroepsovervaller.

Die meneer moest gelden als 'deskundige', maar er kwam geen enkele behoorlijke Nederlandse zin uit zijn strot. Dus wat de bedoeling ook was, behalve het tergen van de weduwe, hij heeft zijn punt niet kunnen maken.

De weduwe zat zich zichtbaar te ergeren aan de gast van penw. Verder zat er nog een advocate. Niet een die slachtoffers verdedigt, maar zo eentje die probeert overvallers uit de bak te houden. Die wijze juriste vond dat het juweliers-echtpaar uit Deurne in de cel had gemoeten totdat alle bewijzen verzameld waren en dat ze afzonderlijk onder de nodige druk 'gehoord' moesten worden. Zo moet het nu eenmaal, vond de wijze gaste van het duo.

Maar even terug naar de overvaller. Die zei dat je beter niets kan beveiligen, omdat er in de panden die het best beveiligd zijn het meest te halen is (en die beveiliging is voor zijn soort natuurlijk alleen maar hinderlijk).

Maar het overvallen van winkels en woningen vond hij eigenlijk niet meer zo interessant. Daarom was hij nu in training om geldtransporten te gaan overvallen. En natuurlijk waren de doodgeschoten overvallers de echte slachtoffers van de overval op de juwelierszaak.

Wist Nederland eigenlijk wel dat bij een overval de overvallers het meest onder druk staan (en dat dus kennelijk de echte slachtoffers zijn)? Daar schijnen we in dit onbeduidende landje onvoldoende rekening mee te houden.

Niemand die in zo'n geval op het idee komt dat die twee overvallers die doodgeschoten zijn in de toekomst in ieder geval geen overvallen meer kunnen plegen. De 'deskundige' gast daarentegen, die zo vriendelijk door het duo penw ontvangen werd, was - zoals gezegd - alweer in training voor nog gewelddadiger overvallen, namelijk op geldtransporten.

Daar is de maatschappij dus nog niet vanaf. Ik heb dit misselijk makende stukje VARA tv na 20 minuten uitgezet. Vroeger werd "de knop" nog wel eens door de overheid omgedraaid of werd daarmee gedreigd als een zendgemachtigde over de schreef ging, maar die tijd is kennelijk voorbij. De heren penw komen ermee weg.

Zij mogen een weduwe schaamteloos confronteren met een beroepsovervaller en een advocate die vindt dat de slachtoffers van een overval eerst maar eens een tijdje opgeborgen moeten worden.

Heb ik het allemaal verkeerd begrepen? Heeft de overvaller in de laatste 40 minuten gezegd dat hij nu een fatsoenlijke baan zoekt en dat hij er niet over piekert nog eens iemand te overvallen? En heeft de advocate nog gezegd dat ze in het vervolg slachtoffers van overvallen gaat verdedigen en ze er niet meer voor zal pleiten om die eerst een weekje op te bergen om ze te kunnen 'horen'?

Dan was alles een boze droom en had ik dit stukje niet hoeven te  schrijven. Maar dat zou wel erg onverwacht zijn na die eerste 20 minuten.

05 februari 2014

Ragtime pianomuziek (2)

Eerst een noodzakelijke aanvulling op deel 1 over Ragtime pianomuziek. Daarin heb ik gezegd dat Ragtime (utsluitend) door zwarte pianisten / componisten werd gespeeld. Er is echter een belangrijke uitzondering op die regel: de blanke componist / pianist Joseph Lamb was iemand die echte Ragtime schreef en die overigens ook regelmatig met Scott Joplin in contact stond. Joplin heeft de muziek van Lamb bij zijn uitgever (John Stark) met succes aanbevolen en een deel van zijn muziek is daar uitgegeven. De "grote drie" uit de klassieke Ragtime zijn daarmee Scott Joplin, Joseph Lamb en James Scott.

Nu wil ik nog eens wat uitgebreider ingaan op de vraag of Ragtime "klassieke" muziek is. Eigenlijk is dat een overbodige vraag, die alleen beantwoord hoeft te worden om bestaande vooroordelen weg te nemen. Niemand heeft er ooit aan getwijfeld dat een aantal sterk door Ragtime geinspireerde stukken van Stravinsky, Bartok, Debussy, Bolcom, Sjostakovitch en andere als "klassieke componisten"  bekend staande blanken, tot de klassieke muziek behoren. Maar ja, wanneer een zwarte man dan plotseling opduikt met muziek die ook in etablissementen die niet als sjiek bekend staan gespeeld wordt, ligt de zaak kennelijk anders.

Een tweede probleem bij de erkenning van Ragtime als klassieke muziek is dat er ook veel op Ragtime geinspireerde muziek ontstond die duidelijk van een veel lager niveau was en die tot niets anders dan tot de amusementsmuziek gerekend hoort te worden. Maar de "klassieke" Ragtime, zoals die geschreven werd door de eerder genoemde grote drie an een aantal anderen behoort wel degelijk tot de klassieke muziek, als het al duidelijk is wat daaronder verstaan moet worden.

Het is een gedurende zijn hele leven gekoesterde wens van Scott Joplin geweest om tot de klassieke componisten gerekend te worden. Hij begon zich in het laatste deel van zijn leven ook steeds meer op langere stukken te orienteren, en daaruit kwam een opera (Treemonisha) voort. Helaas is die tijdens zijn leven alleen een keer als repetitie zonder orkest en decors is uitgevoerd. De muziek is alleen bewaard gebleven omdat Joplin die op eigen kosten heeft uitgegeven. Het beschikbare stuk is een piuanopartij met alle zangstemmen. De orkestratie waaraan Joplin nog lange tijd gewerkt heeft en die nooit uitgegeven is, is niet bewaard gebleven.

Deze interessante opera werd voor het eerst pas in 1975 door de Houston Opera uitgevoerd en op de plaat gezet. Sedertdien zijn er nog twee andere opnames van verschenen. Het interessante van die opera is dat het geen aaneenschakeling van Ragtime sukken is, maar dat de muziek veel invloeden van Westerse componisten bevat. Alleen het slotstuk is pure Ragtime.

Ik denk dat ik nu wel voldoende gezegd heb over dit punt. Als u het geen klassieke muziek vindt, kan ik u toch niet overtuigen, of liever gezegd van uw vooroordelen genezen. Ik ben da muziek van Scott Joplin zelf weer gan spelen toen ik ontdekte dat mijn pianoleraar die muziek ook serieus neemt. Het valt beslist niet mee, maar de aanhouder wint.

Wordt weer vervolgd!

23 januari 2014

Ragtime pianomuziek (1)

Eerst definieer ik zo duidelijk mogelijk wat ik onder Ragtime pianomuziek versta. Daar bestaan namelijk nogal wat misverstanden over.

Wat is wel Ragtime? Ragtime is de pianomuziek die vanaf ongeveer 1895 door zwarte pianisten in de VS gespeeld werd en die muziek is sterk gesyncopeerd. Bij gesyncopeerde muziek vallen - kort gezegd - de ritmische accenten op plaatsen waar je ze niet verwacht. Gesyncopeerde muziek bestaat al zolang er muziek bestaat. Door bijvoorbeeld Bach werden ook al regelmatig syncopen toegepast. Maar het systematische gebruik ervan door hele stukken was nieuw rond de wisseling van de negentiende naar de twintigste eeuw. Verder had deze muziek Afrikaanse invloeden.

De meest begaafde vertegenwoordiger uit de groep die deze muziek componeerde en speelde was Scott Joplin. Zijn "Maple Leaf Rag" werd in die tijd door iedere zichzelf respecterende zwarte pianist gespeeld en werd beschouwd als een soort "toelatingsexamen" tot het gilde van Ragtime pianisten. Toen het nummer eenmaal in druk was verschenen, bij een blanke uitgever (John Stark) nog wel, werd het een absolute topper en werden zowel Joplin als Stark er rijk van. Het duurde echter nog enige tijd voordat deze muziek ook in de blanke gemeenschap doordrong en populair werd. In die tijd was het verre van vanzelfsprekend om naar serieuze muziek van zwarte componisten te luisteren. Of sterker nog, het lag niet voor de hand om muziek van zwarte componisten serieus te nemen.

En daar zijn we onmiddellijk bij een vooroordeel tegen de Ragtime muziek. De groten uit dat genre behoren beslist tot de serieuze ("klassieke") componisten. Zij hebben een deglijke muzikale scholing gehad. De muziek van Joplin is nauwgezet door hem opgeschreven en is bedoeld om precies zo gespeeld te worden als hij op papier staat. Een typische Joplin Rag bestaat uit een zeer korte introductie en daarna een vast patroon van vier melodieen (A, B, C, D), doorgaans in de volgorde AA, BB, A, CC, DD. En het valt beslist niet mee hem zo te spelen zoals hij er staat! Als u mij niet gelooft, probeer dan maar eens het Trio van Maple Leaf Rag te spelen. En juist dat feit heeft ervoor gezorgd dat er misverstanden ontstonderen over wat "Ragtime" nu eigenlijk is.

Vanuit de blanke wereld ontstond er uiteindelijk ook belangstelling voor gesyncopeerde muziek, maar omdat het enige medium waarop muziek in die dagen verspreid werd bladmuziek was, moest je de muziek zelf spelen als je hem thuis wilde horen. En er waren maar weinigen die deze muziek konden spelen. Daarom speelden blanke liedjesschrijvers daarop in door veel eenvoudigere gesyncopeerde muziek te schrijven. En die muziek is beslist geen Ragtime en heeft er, wat mij betreft, bijzonder weinig mee te maken. Maar die deuntjes kon iedereen met enige muziekvaardigheid spelen of er anders (nog) eenvoudiger bewerkingen van maken. Degene die deze "honky-tonk" of "tin-pan-alley" muziek tot de ragtime rekent maakt een grote fout.

Nu ik, hoop ik, duidelijk gemaakt heb dat alleen mensen als Scott Joplin, James Scott, Louis Chauvin, Joseph Lamb (overigens een zeer begaafde blanke Ragtime componist) Ragtime schreven, en dat die muziek precies zo gespeeld moet worden als hij opgeschreven is, zoals dat met andere klassieke muziek ook gebeurt, kunnen  we verder gaan met het onderwerp. We weten nu waar we het over hebben.

De belangstelling voor Ragtime ebde weg rond 1920, maar beleefde enkele malen een hernieuwde belangstelling, in het bijzonder rond 1950 en rond 1970. Met name de opleving rond 1970 is interessant. Er kwam toen een zeer succesvolle film uit ("The Sting"), waarin de muziek van Joplin (bewerkt!) als achtergrond gebruikt werd. Door het succes van die film ontstond er plotseling weer belangstelling voor deze muziek. Ook toen kwamen er overigens ook weer surrogaten op de markt die voor Ragtime moesten doorgaan.

Maar in de jaren '70 van de vorige eeuw brachten enkele gerespecteerde klassieke pianisten de Ragtime, misschien voor het eerst, naar de concertzaal. Ik heb het daarbij in het bijzonder over Joshua Rifkin en William Bolcom, die recitals gaven (in rokcostuum) en lp's uitbrachten met Ragtime muziek.Ik denk dat ragtime toen definitief een plaats in de klassieke muziek veroverd heeft, zoals Joplin zijn hele leven gewenst heeft.

Ik zie dat dit stukje te lang wordt om alles te zeggen wat ik kwijt wil, dus "wordt vervolgd".