26 november 2010

Minimumstraffen? Begin er niet aan!

Het kabinet heeft bij haar aantreden heel stoer gezegd dat er minimumstraffen komen voor allerlei misdrijven. Nou, laten ze daar nog maar eens goed over nadenken! De rechter is in zo'n geval verplicht om die minimumstraf op te leggen na een bewezenverklaring.
Op het eerste gezicht is dat aantrekkelijk, omdat we allemaal - niet gehinderd door een teveel aan kennis - vinden dat rechters vaak te lage straffen opleggen. Maar hoe werkt zo'n minimumstraf?
Ik geef eerst een voorbeeld, ontleend aan het buitenland. Ik kom nogal eens in Thailand, en daar is een van de ergste misdrijven de belediging van het staatshoofd. Dat is daar een misdrijf dat door iedereen aangegeven kan worden, en er staat een minimumstraf van drie jaar cel op. Hier denken we anders over dit misdrijf, maar 's lands wijs, 's lands eer.
Wanneer u dus in Bangkok niet opstaat aan het begin van een bioscoopvoorstelling (wanneer een lied voor de Koning gespeeld wordt) en iemand in de zaal neemt daar aanstoot aan (en daar kunt u op rekenen!), dan moet u voor de rechter komen, en zal het misdrijf bewezen verklaard worden door getuigenverklaringen (want iedereen in de zaal wil wel getuigen). De rechter zal dan normaliter - gegeven het minimum - een gevangenisstraf van een jaar of zes opleggen, maar als u schuld bekent en spijt betuigt zal hij de straf reduceren tot het minimum: drie jaar in een Thaise cel.
Hij kan en mag niet anders. Zo zijn er al diverse buitenlanders die de Koning beledigd hebben de cel in gegaan. Enkele buitenlanders hebben na langdurige procedures Koninklijke gratie gekregen, maar die wordt nooit binnen een half jaar verleend. Een half jaar Thaise cel is dus het absolute minimum dat u (na gratie) krijgt wanneer u (bijvoorbeeld) niet opstaat wanneer het lied voor de Koning gespeeld wordt.
Nu even terug naar eigen land. Er is sprake van een minimumstraf voor onder meer mishandeling. Nu weet u misschien dat mishandeling een ruim begrip is. Er is waarschijnlijk al sprake van strafrechtelijke mishandeling wanneer u iemand een blauw oog slaat, en zonder twijfel wanneer u iemand een tand uit zijn mond slaat.
Nu kunnen we dus wel heel stoer zeggen dat we op mishandeling minimaal een jaar gevangenisstraf zetten, maar als dat vechtpartijtje van uzelf bewezen verklaard wordt, gaat u zelf dus zonder pardon minstens een jaar de bak in. Wilt u dat? Nee natuurlijk niet. Alleen als een ander u toetakelt wilt u dat hij de bak in gaat. En daar zit 'm nou net nou de kneep. We willen allemaal dat een ander zwaar gestraft wordt, maar als we zelf eens door het lint gaan was dat een ongelukje en willen we - ook als het feit bewezen is - hooguit een boete of helemaal geen straf. Nou vergeet dat maar. Dat is niet meer aan de orde als er een minimumstraf op staat.
Laten we er dus nog maar eens goed over nadenken wat we nu precies willen en misschien is het beter om weer wat meer vertrouwen in de rechterlijke macht op te bouwen. De rechter weegt alle factoren, en bepaalt dan de strafmaat. Ook al zijn we het niet altijd eens met de uitkomst. Maar als u zo weinig vertrouwen in de rechter heeft dat u minimumstraffen wilt invoeren, zit u voor u het weet een jaar te brommen.

12 november 2010

De duurzame 100

Het dagblad Trouw publiceert vandaag een lijst met de "Duurzame 100". Dat is natuurlijk een lofwaardig streven, maar wanneer ik zie wie er op die lijst staan en waarom, krijg ik de indruk dat Trouw zich beter had kunnen beperken tot een "Duurzame 10". Er staan weliswaar veel personen op de lijst die vinden dat de wereld duurzamer zou moeten worden, en daar ook wel gedachten over hebben, maar die daar zelf - voor zover ik kan nagaan - zelf weinig aan doen.

Zo is daar de oud-politicus die vindt dat er beter een (groen-) links kabinet had kunnen komen dan een rechts kabinet. Is dat een plaats tussen de duurzamen waard? Ik vind het niet. Er wordt niet vermeld wat deze politicus zelf aan duurzaamheid doet of gedaan heeft. 

Dan staat er iemand bij die vindt dat we overal hoge dijken moeten bouwen om onze voeten droog te houden. Goed voor de Nederlandse economie, maar naar mijn bescheiden mening zou het duurzamer zijn om Nederland weer aan de zee terug te geven. Misschien niet realistisch, maar wel duurzaam. En wat doen al die politici en anderen die steeds zeggen dat we duurzamer moeten leven in de lijst? Praten kunnen we allemaal! 

Gelukkig staan er ook mensen tussen die "duurzame daden" verricht hebben, en nog steeds verrichten. Die horen natuurlijk wel in zo'n lijst thuis. Maar die vormen nog niet de helft van die lijst. 

Ook mis ik in deze lijst personen die durven te vinden dat er veel te veel mensen op onze planeet leven en we dus moeten streven naar een wereld met veel minder mensen. Blijkbaar gaan economie en hebzucht nog steeds ver boven duurzaamheid.

Nee Trouw, probeer er nog eens diep over na te denken! Breng om te beginnen bijvoorbeeld eens een bijlage over hoe we duurzaam kunnen leven uit.

10 november 2010

De Nederlandse taal

Het is in Nederland droevig gesteld met de kennis van de Nederlandse taal. Deze week kreeg ik een brief van een (zeer) hoge ambtenaar van een van de grootste ministeries van ons land onder ogen, met drie kanjers van spelfouten ("d" in plaats van "t" aan het eind van een woord) erin. Of deze man de brief zelf geschreven heeft of er alleen maar zijn handtekening onder gezet heeft doet er voor mij niet toe.
Er wordt namens de minister driemaal in één brief taalkundig geblunderd. En dat is onacceptabel. Punt uit. Die man hoort teruggestuurd te worden naar de lagere school, nu hij zijn eigen taal niet foutloos kan schrijven of, als hij dat wel kan, geldt dat voor zijn secretaresse. Maar hij moet in ieder geval kijken wat hij ondertekent. De fouten zijn hem aan te rekenen.

Ik begin maar met dit voorbeeld, omdat taalfouten nu blijkbaar tot op het hoogste ambtelijke niveau zijn doorgedrongen. Dat ze op lager niveau in zeer veel geschreven stukken voorkomen hoef ik nu niet meer toe te lichten. Dat is gewoon een feit. En een zeer droevig feit! De beschaving van ons land staat op het spel. Kabinet, doe er wat aan! Stuur uw (hoogste!) ambtenaren (en hun secretaresses?) naar een taalcursus of ontsla ze.
Dit brengt mij op een tweede punt. We nemen al tientallen jaren dolgraag termen uit het Amerikaans over, ook wanneer daar niet de minste noodzaak toe bestaat. Wanneer de firma Apple het in zijn hoofd haalt om een MP3-speler op de markt te brengen, en dat apparaat "iPod" noemt, volgt heel Nederland die fabrikant slaafs na, en noemt het apparaat "aipod", terwijl "iepod" even goed (naar mijn idee zelfs beter) zou kunnen, en daar geen enkel bezwaar tegen is.
Ik ben actief bij een organisatie die een draadloos netwerk aanlegt. Daar spreken we, als we "WiFi" bedoelen, gewoon over "wiefie" en niet over "waifai". Waarom zouden we? Weet u soms nog waar de afkorting "WiFi" vandaan komt? Waarschijnlijk niet. Ik weet het nog wel, maar vind het totaal irrelevant. En weet u nog waar "pod" (in "iPod") vandaan komt? Ik denk het niet. Idem dito voor de "iPad", een apparaat dat ik consequent de "iepad" noem.
Aan degenen die zeggen dat je een woord uit een andere taal moet spreken zoals dat in die taal gebeurt, wil ik erop wijzen dat zij op vakantie naar Parijs gaan, en niet naar Paris. Dat zij naar Thailand gaan, en niet naar (getranslitereerd) "Phrathet Thai". Dat ze naar Berlijn in Duitsland geen, en niet naar Berlin in Deutschland. Onzin dus, die uitspraak zoals in het land van herkomst. Dat doen we meestal niet.
We hebben een eigen taal en het is verstandig om die te gebruiken waar mogelijk. En bij het "importeren" van buitenlandse woorden hoeven we die woorden niet vreemd uit te spreken. Wanneer u een "iPad" gaat kopen, zeg dan gewoon dat u een "iepad" gaat kopen, want u weet echt niet waar die "i" vandaan komt. En als u het wel zou weten, hebben wij in het Nederlands nog altijd een eigen manier om de "i" uit te spreken.
En als u denkt mij te kunnen vangen met de uitspraak van "iPhone" als "aifoon" hebt u het mis. De "i" spreken we hier gewoon als "ie" uit en "phone" gewoon als "foon". Dat is dus een "iefoon". De "ph" wordt in onze taal gewoon uitgesproken als "f", behalve in "Schiphol" en "klaphekje". (Op dat laatste zou u me kunnen vangen, daarom zeg ik er maar gelijk bij dat het een grapje is.)