10 november 2010

De Nederlandse taal

Het is in Nederland droevig gesteld met de kennis van de Nederlandse taal. Deze week kreeg ik een brief van een (zeer) hoge ambtenaar van een van de grootste ministeries van ons land onder ogen, met drie kanjers van spelfouten ("d" in plaats van "t" aan het eind van een woord) erin. Of deze man de brief zelf geschreven heeft of er alleen maar zijn handtekening onder gezet heeft doet er voor mij niet toe.
Er wordt namens de minister driemaal in één brief taalkundig geblunderd. En dat is onacceptabel. Punt uit. Die man hoort teruggestuurd te worden naar de lagere school, nu hij zijn eigen taal niet foutloos kan schrijven of, als hij dat wel kan, geldt dat voor zijn secretaresse. Maar hij moet in ieder geval kijken wat hij ondertekent. De fouten zijn hem aan te rekenen.

Ik begin maar met dit voorbeeld, omdat taalfouten nu blijkbaar tot op het hoogste ambtelijke niveau zijn doorgedrongen. Dat ze op lager niveau in zeer veel geschreven stukken voorkomen hoef ik nu niet meer toe te lichten. Dat is gewoon een feit. En een zeer droevig feit! De beschaving van ons land staat op het spel. Kabinet, doe er wat aan! Stuur uw (hoogste!) ambtenaren (en hun secretaresses?) naar een taalcursus of ontsla ze.
Dit brengt mij op een tweede punt. We nemen al tientallen jaren dolgraag termen uit het Amerikaans over, ook wanneer daar niet de minste noodzaak toe bestaat. Wanneer de firma Apple het in zijn hoofd haalt om een MP3-speler op de markt te brengen, en dat apparaat "iPod" noemt, volgt heel Nederland die fabrikant slaafs na, en noemt het apparaat "aipod", terwijl "iepod" even goed (naar mijn idee zelfs beter) zou kunnen, en daar geen enkel bezwaar tegen is.
Ik ben actief bij een organisatie die een draadloos netwerk aanlegt. Daar spreken we, als we "WiFi" bedoelen, gewoon over "wiefie" en niet over "waifai". Waarom zouden we? Weet u soms nog waar de afkorting "WiFi" vandaan komt? Waarschijnlijk niet. Ik weet het nog wel, maar vind het totaal irrelevant. En weet u nog waar "pod" (in "iPod") vandaan komt? Ik denk het niet. Idem dito voor de "iPad", een apparaat dat ik consequent de "iepad" noem.
Aan degenen die zeggen dat je een woord uit een andere taal moet spreken zoals dat in die taal gebeurt, wil ik erop wijzen dat zij op vakantie naar Parijs gaan, en niet naar Paris. Dat zij naar Thailand gaan, en niet naar (getranslitereerd) "Phrathet Thai". Dat ze naar Berlijn in Duitsland geen, en niet naar Berlin in Deutschland. Onzin dus, die uitspraak zoals in het land van herkomst. Dat doen we meestal niet.
We hebben een eigen taal en het is verstandig om die te gebruiken waar mogelijk. En bij het "importeren" van buitenlandse woorden hoeven we die woorden niet vreemd uit te spreken. Wanneer u een "iPad" gaat kopen, zeg dan gewoon dat u een "iepad" gaat kopen, want u weet echt niet waar die "i" vandaan komt. En als u het wel zou weten, hebben wij in het Nederlands nog altijd een eigen manier om de "i" uit te spreken.
En als u denkt mij te kunnen vangen met de uitspraak van "iPhone" als "aifoon" hebt u het mis. De "i" spreken we hier gewoon als "ie" uit en "phone" gewoon als "foon". Dat is dus een "iefoon". De "ph" wordt in onze taal gewoon uitgesproken als "f", behalve in "Schiphol" en "klaphekje". (Op dat laatste zou u me kunnen vangen, daarom zeg ik er maar gelijk bij dat het een grapje is.)

Geen opmerkingen: