In de Hoorn van Afrika heerst honger. Dat is een uitermate ernstige zaak. De vraag is alleen wie er nu geld moet geven om de plaatselijke krijgsheren eerst om te kopen en voor de rest van het geld voedsel te kopen, in de hoop dat dat ooit op de bestemde plek aankomt. Een georganiseerde overheid schijnt er in Somalië niet te bestaan.
Je hoeft je in een dergelijk geval van hongersnood niettemin niet in de eerste plaats af te vragen of al het gedoneerde geld goed terecht komt. Het gaat er natuurlijk om dat er zoveel mogelijk van de hongerenden gered worden.
Maar in dit geval is de situatie het ernstigst is in Somalië, een land waar de belangrijkste - zo niet de enige - bron van inkomsten het kapen van schepen is, waarvoor vervolgens vele miljoenen aan losgeld gevraagd (en betaald!) worden.
Wat nu? Moeten we er vrede mee hebben dat de geldbuidels van de kapende krijgsheren gesloten blijven en moet de hulp uitsluitend van buitenaf komen? En kan het kapen van schepen vervolgens gewoon doorgaan? In de kapings-business wordt nu immers flink verlies geleden, omdat de ogen van de internationale gemeenschap zo indringend op Somalië gericht zijn.
Ik ben er in dit geval een voorstander van dat de uiterst noodzakelijke voedselhulp in de eerste plaats "uit de regio" komt. Die piraten-krijgsheren mogen echt wel aan hun eigen volk denken. Daarna wil ik ook wel bijdragen. Of is dit een erg egoïstisch standpunt?
Net doen of er in dat land geen geld is en er alleen maar hongerende mensen zijn gaat mij op dit moment nog te ver.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten